
de vuurtoren zwaait licht rond
het strijkt langs het blauwe gordijn
de zeewind fluistert een deur
klapt zacht in de zwarte nacht
Jij ligt naast me je handen
voor je gezicht je adem
vertelt rust en regelmaat
dat je slaapt het is vier uur
het eiland droomt mij voorbij
zoals het tij komt en gaat
maar en dan voor hoe lang?