Gedichtendag

 

Als de radiowekker aanspringt  ‘Denkend aan’,
verbijt de bibliotheekjuffrouw zich en veert op.
straks komen de bezoekers voor het ontbijt.

er liggen verse kadetjes ham, kaas en eieren
naast servetjes waarop verse gedichten gedrukt
die vetvrij zingen over liefde en doodslag.

de burgemeester vermoordt na zijn voorwoord
haar lievelingsgedicht. het publiek mompelt
mondvol dwars door de dichter, maar uren later

als de lakens van de nacht haar openslaan,
scheurt zij de datum af: donderdag, gedichtendag,
en dan kust zij de dichter tussen daad en droom.

 

Gerard Beentjes