je weet waar de tafel
en waar de teevee
je kent groen
je weet de weg
je kijkt
je weet
hoe wit het brood
hoe lekker ham en kaas
je smult van ijs
je rent de trap op, waar je lego staat
en dan komt als de nacht een dief die steelt
het licht
uit je ogen
een ziekte zonder naam
die keihard toeslaat
en dag na dag verduistert
je stem schreeuwt
je voeten schoppen
je handen smijten
speelgoed meer kapot dan stuk.
iedereen weet, waarom
jij elke dag woedend tegen de nacht aanloopt
en toch
niemand geeft jou een stok om god te slaan.
Gerard Beenjes
Ben ik gezien, Zeist 2005